Kaarslonten maken: zo maak je zelf de perfecte kaarslont
-
By
Ayrton
Zelf kaarslonten maken
Wil je graag je eigen kaarsen maken, maar weet je niet precies hoe je een kaarslont moet maken? Dan ben je hier aan het juiste adres! In dit artikel leer je alles over kaarslonten maken. We nemen je stap voor stap mee door het proces, zodat jij thuis prachtige kaarsen kunt creëren met zelfgemaakte lonten. Of je nu voor het eerst een kaarslont zelf wilt maken of al ervaring hebt, na het lezen van deze blog weet je precies hoe het moet.
Waarom zou je zelf een kaarslont maken?
Misschien vraag je je af waarom je de moeite zou nemen om een kaarslont zelf te maken. Kan je niet gewoon een kant-en-klare lont kopen? Natuurlijk kan dat, maar er zijn best veel voordelen aan het maken van je eigen lonten.
Ten eerste kun je de lont precies afstemmen op jouw kaars. Elke kaars is anders. De ene kaars is groot en breed, de andere juist klein en smal. Door zelf een kaarslont te maken, bepaal je zelf hoe dik de lont wordt en hoe lang. Dat zorgt ervoor dat je kaars altijd mooi en gelijkmatig brandt.
Ten tweede is het gewoon heel leuk om te doen! Als je toch al bezig bent met kaarsen maken, dan is het maken van je eigen lonten een logische volgende stap. Het geeft extra voldoening als je straks een kaars brandt waarbij je écht alles zelf hebt gemaakt, van begin tot eind.
En tot slot kan het ook nog eens goedkoper zijn. Vooral als je van plan bent om vaak kaarsen te maken, dan scheelt het in de kosten als je je lonten zelf maakt in plaats van telkens nieuwe te kopen.
Wat heb je nodig om een kaarslont te maken?
Voordat we beginnen met uitleggen hoe je een kaarslont maakt, is het handig om eerst te kijken wat je allemaal nodig hebt. Gelukkig heb je niet heel veel spullen nodig, en de meeste dingen zijn ook niet duur.
Dit zijn de basisbenodigdheden voor kaarslonten maken:
Katoenen garen of touw: Dit vormt de basis van je lont. Kies bij voorkeur ongebleekt katoen, omdat dit het beste brandt. Het garen mag niet te dun zijn, want dan brandt je lont te snel op. Maar het mag ook niet te dik zijn, anders wordt de vlam te groot. Voor een normale kaars gebruik je meestal garen dat bestaat uit drie strengen die zijn samengedraaid.
Kaarsenvet of bijenwas: Hiermee ga je je lont behandelen. Dit zorgt ervoor dat de lont goed brandt en niet te snel opbrandt. Je kunt gewoon restjes kaarsenvet gebruiken van oude kaarsen, of je koopt nieuwe was speciaal voor dit doel.
Een pan met water: Je hebt een waterbad nodig om de was te smelten. Doe nooit was direct in een pan op het vuur, want dat is gevaarlijk!
Een bakje of kom: Hierin smelt je de was au bain-marie.
Keukenpapier of bakpapier: Om je lonten op te laten drogen.
Een wasknijper of paperclip: Handig om je lont recht te houden terwijl deze droogt.
Zie je wel, je hebt helemaal niet veel nodig! De meeste dingen heb je waarschijnlijk al in huis. En mocht je nog iets missen, dan kun je bij Cozy Design terecht voor alle materialen die je nodig hebt voor kaarsen maken.
Alles in één keer bestellen?
Op onze webshop vind je alles wat je nodig hebt om zelf kaarslonten te maken. Maar we bieden ook talloze kant-en-klare lonten aan voor jouw kaarsen. Klik hieronder om de producten te bekijken.
Hoe maak je een kaarslont: stap voor stap uitleg
Nu je weet wat je nodig hebt, gaan we aan de slag. We leggen je precies uit hoe zelf kaarslont maken werkt. Volg deze stappen en je hebt zo je eigen perfecte lonten klaar!
Stap 1 – Knip je garen op de juiste lengte
Neem je katoenen garen en knip dit af op de lengte die je nodig hebt. Zorg dat je lont een stukje langer is dan je kaars wordt. Tel er ongeveer 5 centimeter bij op. Zo heb je straks genoeg ruimte om de lont goed vast te maken in je kaars.
Wil je meerdere lonten maken? Knip dan meteen alle stukken garen af die je nodig hebt. Dan kun je ze allemaal tegelijk behandelen, dat scheelt tijd.
Stap 2 – Maak een waterbad klaar
Vul een pan met water en zet deze op het vuur. In dit water plaats je een kleinere pan of een hittebestendig bakje. Doe hierin je kaarsenvet of bijenwas. Laat het water rustig koken, zodat de was langzaam smelt in het bakje. Dit noemen we een au bain-marie of waterbad.
Waarom doen we dit zo? Omdat was brandbaar is! Als je was direct verwarmt in een pan, kan het te heet worden en zelfs vlam vatten. Met een waterbad gebeurt dat niet, omdat het water nooit heter wordt dan 100 graden.
Stap 3 – Dompel je garen onder in de gesmolten was
Als de was helemaal gesmolten is, kun je beginnen. Pak je stuk garen en dompel het helemaal onder in de gesmolten was. Zorg dat het garen volledig bedekt is met was. Laat het even in de was liggen, zodat het garen de was goed kan opnemen.
Haal het garen er daarna weer uit. Laat het overtollige was even afdruipen boven de pan, zodat je niet overal dikke druppels was krijgt.
Stap 4 – Maak de lont recht
Dit is een belangrijke stap! Je moet je lont recht maken terwijl de was nog een beetje zacht is. Pak de lont aan beide uiteinden vast en trek hem voorzichtig strak. Niet te hard, want dan scheurt het garen. Maar wel stevig genoeg om ervoor te zorgen dat de lont mooi recht wordt.
Een rechte lont is belangrijk, want een gebogen of gedraaide lont brandt niet goed. De vlam wordt dan scheef en je kaars brandt niet mooi af.
Stap 5 – Laat de lont drogen
Leg je lont neer op bakpapier of hang hem op aan een wasknijper. De was moet nu hard worden. Dit duurt meestal niet lang, ongeveer 10 tot 15 minuten. Je ziet de was van glanzend naar mat worden als hij hard is.
Sommige mensen hangen hun lonten op aan een stok of lat, met wasknijpers eraan. Dat werkt ook goed, want dan krijg je gegarandeerd een kaarsrechte lont.
Stap 6 – Herhaal het proces voor extra kwaliteit
Wil je echt goede lonten maken? Herhaal dan het hele proces nog een of twee keer. Dompel je lont opnieuw onder in de gesmolten was, trek hem weer recht, en laat hem drogen. Door dit een paar keer te doen, krijg je een stevigere lont met een mooi laagje was eromheen.
Een lont die meerdere keren is behandeld brandt ook gelijkmatiger. Dat komt omdat het garen helemaal doordrenkt is met was.
Tips voor het perfecte resultaat
Nu je weet hoe je een kaarslont maakt, hebben we nog een paar handige tips om het resultaat nóg beter te maken.
Let op de dikte van je lont: Een dikke kaars heeft een dikkere lont nodig dan een dunne kaars. Als je lont te dun is voor je kaars, krijg je een klein vlammetje dat bijna niet brandt. Is je lont te dik? Dan wordt de vlam heel groot en rookt je kaars. Voor een kaars van ongeveer 5 centimeter breed is een lont van ongeveer 3 millimeter dik ideaal.
Gebruik schoon katoen: Zorg dat je katoenen garen schoon is en geen chemische stoffen bevat. Garen met coating of behandelingen kan vreemde geurtjes geven of niet goed branden.
Test je lonten: Voordat je je mooie kaars maakt, kun je je zelfgemaakte lont eerst testen. Steek hem aan en kijk hoe hij brandt. Is de vlam te groot of te klein? Dan weet je voor de volgende keer dat je de dikte moet aanpassen.
Bewaar je lonten goed: Zelfgemaakte lonten kun je gewoon bewaren voor later gebruik. Leg ze op een droge plek waar geen direct zonlicht komt. Zo blijven ze lang goed.
Varieer met verschillende soorten was: Je kunt experimenteren met verschillende soorten was voor je lonten. Bijenwas geeft bijvoorbeeld een andere brandkwaliteit dan gewone paraffinewas. Sojawas is ook een mogelijkheid. Probeer verschillende opties uit en kijk wat het beste werkt voor jouw kaarsen.
Veelgemaakte fouten bij het maken van kaarslonten
Ook bij het maken van kaarslonten kunnen dingen misgaan. Geen zorgen, dat overkomt iedereen wel eens! Hier zijn een paar veelgemaakte fouten en hoe je ze kunt voorkomen.
De lont is te stijf: Dit gebeurt als er te veel was op de lont zit. De lont moet soepel genoeg zijn om een beetje te kunnen buigen, maar niet zo slap dat hij helemaal krom hangt. Als je lont te stijf is, kun je hem opnieuw even in gesmolten was dompelen en dan goed laten afdruipen voordat hij hard wordt.
De lont brandt te snel op: Dit komt meestal doordat het garen niet goed genoeg is behandeld met was, of omdat je te dun garen hebt gebruikt. Dompel je lont nog een keer extra in de was om dit op te lossen.
De lont wil niet recht blijven: Zorg dat je de lont straks trekt zodra je hem uit de was haalt. Als de was al hard begint te worden, is het te laat. Je kunt de lont dan weer even kort in de warme was dompelen om hem opnieuw te vormen.
Er zitten luchtbelletjes in de waslag: Dit is niet heel erg, maar het ziet er mooier uit als je lont een glad oppervlak heeft. Luchtbelletjes ontstaan als je het garen te snel in en uit de was haalt. Laat het garen rustig in de was liggen voordat je het eruit haalt.
Waarom juiste lonten zo belangrijk zijn
Je vraagt je misschien af waarom we zoveel aandacht besteden aan het maken van de perfecte lont. Nou, de lont is eigenlijk het hart van je kaars. Een goede lont zorgt ervoor dat je kaars mooi en gelijkmatig brandt. Een slechte lont kan allerlei problemen veroorzaken.
Met een te dunne lont krijg je een klein vlammetje dat nauwelijks was kan smelten. Je kaars brandt dan een tunneltje in het midden, terwijl de was aan de zijkanten blijft staan. Dat is natuurlijk zonde.
Met een te dikke lont krijg je juist een heel grote vlam. Dat ziet er misschien spectaculair uit, maar het is niet veilig. De vlam kan te hoog worden, je kaars kan gaan roken, en de was smelt veel te snel. Voor je het weet is je mooie kaars op.
Daarom is het zo belangrijk om de tijd te nemen voor het maken van goede lonten. Het lijkt misschien een klein detail, maar het maakt echt het verschil tussen een gewone kaars en een perfecte kaars.
Kaarslonten maken voor verschillende soorten kaarsen
Niet alle kaarsen zijn hetzelfde, en daarom hebben verschillende kaarsen ook verschillende lonten nodig. Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden.
Voor kleine theelichtjes heb je hele dunne lonten nodig. Hier gebruik je meestal één of twee strengen katoenen garen. Deze kaarsen zijn zo klein dat een dikke lont veel te veel zou zijn.
Voor gewone kaarsen in een glas of potje gebruik je lonten van gemiddelde dikte. Dit zijn de lonten waar we het in dit artikel vooral over hebben gehad. Drie strengen katoenen garen werken hier prima.
Voor grote pilaar kaarsen heb je extra dikke lonten nodig. Soms gebruik je zelfs gevlochten lonten, waarbij je meerdere strengen door elkaar vlecht voordat je ze in de was doopt. Deze kaarsen hebben veel meer was die gesmolten moet worden, dus ze hebben een stevige lont nodig.
Voor kaarsen in bijzondere vormen, zoals rechthoekige of vierkante kaarsen, moet je soms een beetje experimenteren. De vorm van je
Aan de slag met je eigen kaarslonten!
Nu weet je alles over kaarslonten maken! Je hebt geleerd waarom het de moeite waard is om een kaarslont zelf te maken, welke materialen je nodig hebt, en hoe je stap voor stap te werk gaat. Ook ken je nu de veelgemaakte fouten en weet je hoe je die kunt voorkomen.
Het mooie van zelf lonten maken is dat je echt kunt experimenteren. Probeer verschillende diktes uit, test verschillende soorten was, en ontdek wat het beste werkt voor jouw kaarsen. Elke kaarsenmaker heeft zijn eigen voorkeuren en technieken, en die ontdek je door gewoon te beginnen en te oefenen.
Wees niet bang om fouten te maken. Zelfs als je eerste lonten niet perfect zijn, leer je ervan. En voor je het weet, maak je lonten die net zo goed zijn als de lonten uit de winkel – misschien zelfs wel beter!
Het allerleukste komt natuurlijk als je je zelfgemaakte lont in je zelfgemaakte kaars plaatst, de kaars aansteekt, en ziet dat alles perfect werkt. Dan weet je dat al je moeite de beloning waard was.
Dus waar wacht je nog op? Ga lekker aan de slag met kaarslonten maken en ontdek hoe leuk en bevredigend het is om je eigen kaarsen helemaal zelf te maken, van begin tot eind. Veel plezier en succes met je kaarsen avontuur!